“Pas als jij tevreden bent, ben ik dat ook.” Inmiddels is het een standaardriedeltje geworden wat ik altijd opdreun voor ik een interview voor een agrarische bedrijfsreportage start. “Maar misschien ben ik wel heel kritisch en niet tevreden te krijgen”, zei een boer laatste grappend. “Maar dan geldt het nog steeds”, zei ik abrupt. Later zat ik daar nog eens over te denken, want ik vind dat namelijk wel heel belangrijk in mijn werk. Ik denk niet dat je mij een journalist kunt noemen, ik voel geen enkele behoefte om CEO’s aan de tand te voelen of te betrappen op een sappige uitspraak. Mijn doel met een reportage is iets of iemand in het zonnetje zetten. En dan ben ik pas écht tevreden als de boer(in) dat ook is.
Ooit was mijn vader op tv. Iemand had wat ontwikkelplannen op onze boerderij proberen te verstoren en heeft vervolgens een moord gepleegd. Mijn vader werd gevraagd zijn ervaringen te delen met deze persoon. Apetrots waren we dat onze vader op tv was en in de krant stond. Het was alleen jammer dat er als titel boven stond ‘ik steek hem ook liever een mes tussen de ribben’. Ook tot grote schrik van mijn vader overigens. “Huh, heb ik dat gezegd? Ik weet het niet meer, en als ik dat gezegd heb was dat niet tijdens het interview zelf, misschien daarna bij de koffie iets in de trant van ‘ik steek hem ook liever een mes tussen de ribben, maar kun je natuurlijk niet zeggen?” Oeps!
En zo is het vaak, tijdens de vragen denken mensen extra goed na over wat te zeggen, maar de kern, de passie, datgene wat mensen echt raakt hoor ik vaak echt goed tijdens het rondje door de stal. Dan blijkt dat grote hek door het bedrijf, de nasleep te zijn van een ruzie met zoonlief, die zich inmiddels aan de andere kant van het hek verschuilt. Dan blijkt het financieel toch wel heel erg zwaar te zijn. Dan is er wel zo’n mooie nieuwe stal, maar is er nog steeds geen tijd om bij de kinderen aan het voetbalveld te staan. Regelmatig komt er dan een zinnetje als ‘dat is niet voor in het artikel, maar….’ Ik heb inmiddels heel wat sappige artikelen kunnen schrijven. Ik heb heel wat familieruzies kunnen oplaaien, wetsdienaars op bedrijven af kunnen sturen of gezinsleden kunnen kwetsen. En dat heb ik heel bewust niet gedaan.
En daarom pas ik nog steeds verhalen aan. Haal ik hele, mooie, eerlijke zinsnedes uit reportages, omdat het toch té spannend is als het zwart op wit staat. Wordt een kritische noot er toch weer uitgehaald. En schrijf ik ineens een ome Gerrit in een verhaal waar hij compleet niet in voorkomt, maar toch even genoemd moet worden om de goede vrede. Dus ja, soms gaat dat ten koste van het verhaal. Maar dan weet ik wel zeker dat ook deze boer vol trots zijn verhaal doorstuurt naar iedereen die hij kent. Want mijn stelregel blijft: pas als de boer of boerin tevreden is, ben ik dat ook.